- Merel, kramsvogel, koperwiek, zanglijster en spreeuw
Brood, gewelde krenten en rozijnen, kaasresten, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, gekookte aardappelen.
Op de grond, sneeuwvrij, een open plek met beschutting dichtbij.
- Koolmees, pimpelmees, matkop, kuifmees, zwarte mees en staartmees
Vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda’s, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten.
Op de voedertafel, voederbuis, opgehangen in bomen of struiken.
- Specht, boomklever en boomkruiper
Ongezouten pinda’s en noten, vetbollen, zonnebloempitten, kaas zonder korst.
Eventueel vastgemaakt aan een boomstam op een rustige plek.
- Huismus, ringmus, sijs, distelvink, vink, keep en groenling
Bruin brood, onkruidzaden, gemengd strooizaad, etensresten, zonnebloempitten.
Op de grond, voedertafel, voederbuis.
- Winterkoninkje, heggenmus en roodborstje
Universeel voer, bessen, meelwormen, broodkruimels, maden en larven, ongekookte havermout.
Op de grond, sneeuwvrij, mag ook beschut onder heggen en struiken.